1
Periode
- CW van zaterdag
7 juni 2003 om 15:00 UTC tot zondag 8 juni 2003
om 15:00 UTC.
- SSB van zaterdag
6 september 2003 om 13:00 UTC tot zondag 7
september 2003 om 13:00 UTC.
2
Deelnemers
De deelname aan de velddag staat open voor alle radioamateurs in België.
De titularis van het gebruikte station moet lid zijn van de UBA.
3 Categorieën
- A
Restricted 160-80-40
- multi-operator
/ single transmitter
- enkel
160, 80 en 40 meter
- uitgangsvermogen
: 150 WPEP
- antenne:
de gebruikte antennes moeten één elementantennes zijn en geen
enkel deel van de antenne mag zich hoger dan 15 meter boven de
begane grond bevinden. Er mag slechts één antenne per band
worden gebruikt.
- B Open
all Band
- multi-operator/single
transmitter
- 160,
80, 40, 20, 15 en 10 meter
- uitgangsvermogen
: 150 WPEP
- GEEN
antennebeperkingen, met uitzondering van die vermeld in artikel
5.
- C QRP
- multi-operator
/ single transmitter
- 160,
80, 40, 20, 15 en 10 meter
- uitgangsvermogen
: 10 WPEP (enkel toestellen gebruiken die maximum 10 Watt output
geven)
- GEEN
antennebeperkingen, met uitzondering van die vermeld in artikel
5.
- D ONL’s
(zie ONL-rubriek)
4
Banden
Volgende frequentiebanden mogen worden gebruikt met inachtneming van
de aanbevolen contestsegmenten (zie IARU-bandplan).
CW:
1,8 - 3,5 - 7 - 14 - 21 - 28 MHz
SSB:
1.8 - 3.6 - 7 - 14 - 21 - 28 MHz
5
Materiaal en installatie
Voor alle categorieën: één zender en één ontvanger of één
transceiver. Reserveapparatuur is toegelaten, doch mag niet zijn opgesteld
zolang het niet noodzakelijk is. Het gebruik van een HF-versterker is niet
toegelaten. Enkel de voeding door een noodnet wordt toegelaten.
De
antennes mogen niet worden bevestigd aan of opgesteld zijn op een
bestaande constructie of gebouw. De opbouw van het station, van de masten
en van de antennes is ten vroegste 24 uren voor het begin van de velddag
toegestaan.
6
Velddag-QTH
Het velddag-QTH bevindt zich steeds op Belgisch grondgebied. De
ligging van het velddag-QTH zal worden aangeduid door het aanbrengen van
richtingwijzers met de roepnaam of andere duidelijke aanwijzingen, die de
te volgen weg aangeven. Het juiste adres en een klare schets van de
ligging van het station en de toegangswegen moet bij het
inschrijvingsformulier worden gevoegd, bij voorkeur op formaat A4 alsook
een duidelijke kopie uit het stratenboek van België of van een stafkaart
(schaal 1/25000).
De toegang moet ten allen tijde publiekelijk mogelijk zijn, zonder enige
vorm van controle.
7 Verbindingen
- Crossbandverbindingen
zijn niet toegelaten.
- Men mag
een station slechts éénmaal werken per band.
- De uit te
wisselen code bestaat uit het rapport (RST in CW, RS in SSB) en een
volgnummer beginnend vanaf 001.
8
Punten
- een
ingeschreven ON/P-station = 10 punten
- een
buitenlands /P-station = 4 punten
- een
buitenlands vast station = 2 punten
- alle NIET
ingeschreven ON-stations = 1 punt
De
tien punten zullen slechts worden toegekend indien het gewerkte station
als velddagstation was ingeschreven. De deelnemerslijst is de enige
referentie.
9
Vermenigvuldigers
Per
band telt ieder DXCC-land eenmaal als vermenigvuldiger.
10
Eindscore
Het
totaal van de QSO-punten vermenigvuldigd met het totaal aantal
vermenigvuldigers.
11
Logs
11.1
Logs op diskette
Logs op diskette 3½” zijn toegelaten in de vorm van zuivere
ASCII-bestanden, op voorwaarde dat ze met een eenvoudige tekstverwerker
kunnen worden gelezen en dat zij voldoen aan het IARU-formaat van één
QSO per lijn eindigend op CR/LF.
11.2
Logs op papier
Het gebruik van standaardlogbladen en summary sheets is verplicht. De
QSO’s dienen in chronologische volgorde gerangschikt te zijn (een
afzonderlijke log per band is dus niet meer nodig). Logs op papier die
duidelijk met een computerprogramma werden aangemaakt dienen verplicht
vergezeld te zijn van een diskette met daarop de belangrijkste bestanden
zoals .ALL, BIN of ASCII. Een dupesheet dient te worden bijgevoegd indien
meer dan 100 QSO’s op één band werden gemaakt. Dubbele verbindingen
moet worden aangeduid en komen niet in aanmerking bij de berekening van de
punten.
12
Deadline & adres
De logs dienen ten laatste 30 dagen na de velddag te worden verstuurd, de
poststempel geldt als enige bewijs.
Michel Le Bon -ON4GO
UBA HF Contest Manager
Chée de Wavre 1349
1160 Brussel
Logs
mogen ook als een ‘attachment’ via E-mail worden verstuurd op volgend
adres: berger@cyc.ucl.ac.be.
Een bevestiging van ontvangst wordt u toegestuurd nadat blijkt dat de log
goed is ontvangen.
13
Onderscheidingen
Er is een beker of een plaquette voor de eerst geklasseerde van elke
categorie. Alle deelnemende stations ontvangen een certificaat.
14
Controle
Ieder deelnemend station aanvaardt de controle door een lid van de
HF-commissie.
15
Strafpunten en diskwalificatie
- Strafpunten
voor:
- onvolledige
of onjuiste verbindingen tellen niet.
- voor
elk niet aangeduid dubbel QSO wordt driemaal de waarde van dat
QSO afgetrokken.
- Diskwalificatie
voor:
- onvolledige
of buiten de inzendingstermijn toegekomen logs;
- logs
die meer dan 2% dubbele, niet geschrapte QSO’s bevatten;
- logs
die valse en/of niet controleerbare QSO’s bevatten;
- stations
die het reglement niet naleven.
16
Inschrijvingen
De inschrijvingen moeten worden gedaan vóór 29 mei 2003
voor het CW-gedeelte en vóór 29 augustus 2003 voor het
SSB-gedeelte. De datum van de poststempel geldt hier eveneens als bewijs.
Michel Le Bon-ON4GO
UBA HF Contest Manager
Chée de Wavre 1349
1160 Brussel
of via E-mail : on4go@skynet.be
17
Allerlei
- Aan ieder
deelnemend station zal een deelnemerslijst worden toegestuurd. Dit
geldt tevens als bewijs van inschrijving.
- De
deelnemers voor het CW-deel nemen automatisch deel aan het
klassement van de IARU Region 1 HF CW Field Day.
|