1.
Contest secties.
De contest is ingedeeld in twee secties op elke band waar ATV
toegelaten is:
Sectie 1 (transmit stations)
Deze sectie is bedoeld voor al diegenen die zendapparatuur gebruiken om
beelden te verzenden met het doel een tweeweg beeldverbinding tot stand
te brengen, of voor diegenen die via eender welke mode zenden met het
doel een éénweg beeldverbinding met een televisiezendstation tot stand
te brengen.
Sectie 2 (receive stations)
Deze sectie is voor al diegenen die alleen televisieontvangst apparatuur
gebruiken en op geen enkele wijze trachten te communiceren met andere
deelnemende televisiezendstations, met het oog hun operaties te beïnvloeden.
2. Deelnemers.
Sectie 1:
alle gelicentieerde radioamateurs in Regio 1 kunnen aan de contest
deelnemen. Multi-operator-stations zijn toegelaten, onder voorwaarde dat
slechts een enkel roepteken gebruikt wordt gedurende de contest. De
deelnemers moeten werken volgens de letter en naar de geest van de
contest en geen groter vermogen gebruiken dan toegelaten is met de
gewone licenties van hun land. Stations die werken met speciale
hoogvermogen-vergunningen doen dit met hun " OT “ call..
Sectie 2:
alle amateurs in IARU Regio 1 die ATV-ontvangstapparatuur bezitten.
3. Data
- 12 en 13 maart 2005 18H00 UTC-12H00 UTC
- 11 en 12 juni 2005 18H00 UTC-12H00 UTC
- IARU REGION 1 CONTEST: 10 en 11 september 2005 14H00 UTC-14H00 UTC
- 10 en 11 december 2005 18H00 UTC-12H00 UTC .
4. IARU contest
.
Zoals alle IARU contesten duurt deze contest ook 24 uren! Van zaterdag
14H UTC tot zondag 14h UTC.
Het gebruik van de OT… call is alleen mogelijk bij de IARU contest.
De ATV manager zorgt voor het doorsturen van de ontvangen logs naar de
vereniging die de IARU contest organiseert.
5. Contacten.
Elk deelnemend station mag slechts eenmaal geldig gewerkt of gezien
worden per band. Contacten via relais of transponders zijn niet
toegelaten en tellen niet mee voor de punten.
6.Transmissietypes
.
Op elke band waar ATV-transmissies zijn toegelaten, kunnen verbindingen
gemaakt worden in de toegelaten mode in de desbetreffende band.
7.
Contestinformatie uitwisseling .
De volgende gegevens moeten uitgewisseld worden tijdens een QSO:
a) een codenummer: voor elke gebruikte frequentieband zal een
zendstation een viercijferige codegroep kiezen die niet mag veranderen
gedurende de wedstrijd. De vier cijfers zullen noch identisch (b.v.
2222), noch opeenvolgend (b.v. 4567 of 5432) zijn. Deelnemers die toch
zulke groepen gebruiken worden gediskwalificeerd. DEZE CODE MAG ALLEEN
IN VIDEO UITGEZONDEN WORDEN EN NIET VERZONDEN WORDEN VIA EENDER WELKE
ANDERE MODE DAN BEELD.
b)roeptekens (eveneens in video),beeld en klankrapport,IARU locator,
serienummer van de verbinding, beginnende met 001 op elke gebruikte band
en met één toenemend voor elk volgend QSO op die band.
Voor het BEELDRAPPORT zullen de volgende internationaal afgesproken
codes B0 tot B5 gebruikt worden: B0: geen beeld waargenomen, B1:
synchronisatie met zeer weinig beeldinhoud, B2: alleen grote
beeldelementen (roepteken...)leesbaar, B3: beeld met ruis maar met goede
details en resolutie, B4: bijna ruisvrij beeld, B5: perfect beeld.
Voor het KLANKRAPPORT zullen de codes T0 tot T5 worden gebruikt: T0:
geen klank, T1: klank hoorbaar maar onverstaanbaar, T2: gedeeltelijk
verstaanbare klank, T3: verstaanbare klank maar met ruis, T4: klank met
licht ruis, T5: perfecte ruisvrije klank.
Het rapport (b.v. B4T4) wordt gevolgd door het achtervoegsel
"C" indien de uitzending in kleur wordt ontvangen.
8. Scoring.
Sectie 1: Een tweewegs-uitwisseling van de viercijfers codegroep in
beeld, samen met de uitwisseling van de andere gegevens bepaald in punt
7, in beeld of via eender welke andere transmissiemode, zal tellen voor
2 (twee) punten per km op 70 cm, 4(vier) punten per km op 24 cm en
10(tien) punten per km op de hogere banden. Indien slechts een station
de viercijferige codegroep ontving en de andere gegevens volgens artikel
7 uitgewisseld werden, zullen de puntenaantallen voor beide stations met
50% verminderd worden ( een-wegverbinding).
Sectie 2: Ontvangst van de viercijferige-codegroep via beeld en van de
andere gegevens bepaald in punt 7 hiervoor zal tellen voor een(1) punt
per km op 70 cm, twee(2) punten per km op 24 cm en vijf(5) punten per km
op de hogere banden.
Minimum (sectie 1 en 2) Voor het bepalen van het puntenaantal zullen
alle geldige kontakten verondersteld worden te hebben plaatsgevonden
over een afstand van minimum 5 km, zelfs indien de twee stations in
verbinding dezelfde IARU locator hebben.
9. Deelname .
De deelname moet genoteerd worden op logbladen volgens de omschrijving
in artikel 12. Multi-operatorstations dienen duidelijk als dusdanig
opgegeven te worden. Een kopij van de logs moet naar de nationale ATV
Manager gestuurd worden en moet toekomen ten laatste de 3 weken na de
contest . Ze mogen per e-mail gestuurd worden naar de UBA ATV manager: atv@uba.be
Te late inzendingen worden niet aanvaard. Het verzenden van de log
impliceert dat de inzender het contestreglement aanvaardt.
10. Beoordeling
van de logs.
Het verwerken van de deelnameformulieren geschiedt door de inrichtende
vereniging. De beslissingen hiervan zijn definitief. Deelnemers die
opzettelijk om het even welk punt van het reglement overtreden of de
IARU-bandplanning op een flagrante wijze schenden, zullen
gediskwalificeerd worden. Kleinere fouten kunnen aanleiding geven tot
verlies van punten. Het aantal afgetrokken punten wordt per geval
bepaald door de ATV manager. Een verbinding zal geschrapt worden voor
een overduidelijk verkeerde locator, roepteken, codenummer of een
tijdfout van meer dan 10 minuten.
11. Diploma's.
De winnaar per band van elke sectie en het station met het beste
totaalresultaat bekomen een certificaat. De inrichtende vereniging kan,
indien zij dit wenst, ook naar alle deelnemers een certificaat sturen.
12. Logbladen.
Het gebruik van een spread-sheet programma is aanbevolen. Op www.uba.be
kan dit programma gedownload worden.
Het logblad moet volgende kolommen in de genoemde volgorde bevatten:
datum, tijd in UTC, roepteken van het gewerkte/geziene station,
verzonden rapport, B rapport gevolgd door serienummer (sectie 1),
ontvangen rapport codenummer gevolgd door B-rapport en serienummer
(secties 1 en 2), ontvangen IARU locator (secties 1 en 2), afstand in
Km, vermenigvuldiger, aantal geclaimde punten. Opmerking: Een deelnemer
dient crossband-QSO's te noteren op het logblad van de band waarop de
transmissie gebeurde. Per band dient een afzonderlijk logomslagblad
gevoegd te worden.
Dit blad bevat essentiële gegevens vereist om de deelname te kunnen
beoordelen, een plaats dient voorzien voor commentaar van de nationale
contestmanager. De volgende gegevens moeten verplicht verstrekt worden:
naam en adres van de eerste operator, gebruikt roepteken, contest
sectie, IARU locator, gebruikte frequentiebanden, met voor elk de
viercijferige codegroep, mono- of multi-operator, roeptekens van de
eventuele hulpoperators, geclaimd score. Het logomslagblad zal
ondertekend zijn door de hoofdoperator die dient te verklaren dat de log
correct en juist is ingevuld.
|